Verzorging voor de Japanse esdoorn bonsai (Acer Palmatum)

De Japanse esdoorn (Acer palmatum) komt oorspronkelijk uit Japan, China en Korea. Het dankt zijn botanische naam aan de handvormige bladeren met in de meeste gevallen vijf puntige lobben (palma is het Latijnse woord voor de palm van de hand). De bast van jonge bomen is normaal gesproken groen of roodachtig en wordt met de jaren lichtgrijs of grijsbruin.

De plek:

In de zomer, geeft de esdoorn de voorkeur aan een zonnige, luchtige en gedeeltelijk schaduwrijke buitenlocatie, maar tijdens de sterke zuidelijke of middag warmte moet hij in de schaduw worden geplaatst om te voorkomen dat zijn bladeren beschadigd worden. De esdoorn is redelijk vorstbestendig, maar moet bij temperaturen onder de 10 ° worden beschermd tegen strenge vorst.

Water geven:

Een Japanse esdoorn in een bonsai-pot moet in de meeste gevallen dagelijks water krijgen tijdens het groeiseizoen, misschien zelfs meerdere keren per dag op de heetste dagen, als het substraat goed gedraineerd is en de boom gezond en krachtig. Gebruik kalkarm water, want de Japanse esdoorn geeft de voorkeur aan een neutrale of licht zure pH.

Kunstmest:

Vooral voor volwassen Japanse esdoorn bonsai wordt het gebruik van vaste organische meststoffen sterk aangeraden, omdat deze langzaam en voorzichtig inwerkt en meestal alle noodzakelijke micronutriënten bevat. Volg de dosering instructies zorgvuldig. Indien een sterkere groei gewenst is, bijvoorbeeld op jonge planten of bomen die werkt worden, kunt u ook wekelijks vloeibare mest gebruiken. Maar vermijd kunstmest met een zeer hoge stikstofconcentratie, omdat dit internodiën en onnodig grote bladeren kan veroorzaken.

Snoeien: 

Het snoeien van de scheuten en de twijgen kan het hele jaar door. Het snoeien van sterke takken moet in de herfst worden gedaan om overmatig sapverlies te voorkomen of in de zomer wanneer de groei van littekenweefsel snel is.

Het is raadzaam om bij zwaardere snijwonden genezende pasta aan te brengen, omdat de Japanse esdoorn kwetsbaar is voor bepaalde schimmelziekten die via wonden kunnen binnendringen. Snijd de nieuwe groei terug tot een of twee paar bladeren. Rijpe bonsai met delicate vertakking kan worden geknepen om de twijgen dun en dicht te houden. Zodra het eerste paar bladeren is uitgevouwen, trekt u het zachte uiteinde van de scheut. Op lange termijn, deze methode verzwakt de boom en moet dus zorgvuldig gebeuren.

Het ontbladeren kan ook worden beoefend op uw Japanse esdoorn-bonsai. Bij deze methode wordt tijdens het groeiseizoen bijna het grootste deel van de bladeren verwijderd. Dit kan in de vroege zomer om de twee jaar worden gedaan om kleinere bladeren te produceren. Verwijder alle bladeren en laat de bladstelen intact. Gedeeltelijke bladverlies is milder. Je verwijdert niet alle bladeren, alleen de grootste en de bladeren die dicht op elkaar zijn, of je verwijdert de bladeren in de sterkste delen van de boom. Gedeeltelijke ontbladering kan jaarlijks plaatsvinden, omdat het de boom niet zo zwaar belast als een totale ontbladering.

Verpotten:

In het geval van een jonge bonsai,  kunt u uw Japanse esdoorn bonsai eens in de twee jaar verpotten en elke in de 4 tot 5 jaar voor oudere bomen. Zorg ervoor dat u de wortels sterk genoeg snoeit, want de wortelgroei is sterk en de pot kan in korte tijd volledig worden gevuld met wortels.

Het bonsai-substraat moet in ieder geval goed poreus zijn, zodat het, bij veelvuldig water geven in de zomer, niet te drassig wordt. Gebruik een goed doorlatend substraat-mengsel, bijvoorbeeld Akadama gemengd met puimsteen en lavasteen (puzzolaan).

Vermenigvuldiging:

De Japanse esdoorn kan in de zomer gemakkelijk worden vermeerderd door zaad of stekken. Gelaagdheid is ook een snelle en gemakkelijke voortplantingsmethode voor de Japanse esdoorns.

Plagen en ziekten:

De Japanse esdoorn-bonsai is een boomsoort die goed tegen de winter kan. In het voorjaar wordt hij echter vaak aangetast door bladluizen, die kunnen worden geëlimineerd met insecticide sprays.